Belasting betalen met een BV

Welke belastingen moet je gaan betalen als je een BV gaat oprichten?

Belasting betalen met een BV

Wat voor soorten belastingen moet je gaan betalen als je een BV gaat oprichten? En hoeveel belasting moet je gaan betalen? Want als je een nieuwe BV opricht weet je nog niet hoe lang het gaat duren voordat je omzet en winst gaat maken en hoeveel dat dan zal zijn. Wat je wel zeker weet is dat je als starter te maken gaat krijgen met de belastingdienst. Welke belastingen je moet gaan betalen en hoeveel hangt af van diverse zaken. Hieronder worden in het kort de belangrijkste belastingen plus de bijbehorende tarieven besproken die in rekening worden gebracht als je eigenaar bent van een besloten vennootschap.

Eerst even iets over inkomstenbelasting

Iedereen die een inkomen verdient betaalt daar belasting over, de inkomstenbelasting. Bij iemand die een baan heeft en in dienst is bij een werkgever wordt dat loonbelasting genoemd. De loonbelasting wordt door de werkgever ingehouden en overgedragen aan de belastingdienst. Als werknemer in dienst bij een werkgever is het eenvoudig om vooraf vast te stellen wat je in een bepaald jaar gaat verdienen en hoeveel belasting je daarover moet betalen.

De inkomstenbelasting die een BV over de winst moet betalen wordt de vennootschapsbelasting (VPB) genoemmd. Niet alleen een BV maar ook een NV, een Coöperatie en sommige Stichtingen betalen vennootschapsbelasting.

In geval van een BV is het vooraf natuurlijk niet duidelijk wat de hoogte van de winst zal zijn in een bepaald jaar. Daarom moet je, als je start met je BV, een schatting geven van wat je denkt te gaan verdienen. En aan het begin van elk jaar stuurt de Belastingdienst je vervolgens een voorlopige aanslag die is gebaseerd op je eigen jaarlijkse schatting. Dit bedrag moet je betalen in maandelijkse termijnen. Achteraf wordt vastgesteld wat het werkelijke bedrag is dat de BV aan vennootschapsbelasting moet betalen en volgt er een verrekening. Als je schatting veel te laag is geweest moet de BV dus ook flink bijbetalen.

Indien de opgerichte BV ook direct al werknemers in dienst heeft zal de BV dus ook de loonbelasting moeten afdragen aan de belastingdienst. Een bijzonder geval van een werknemer betreft de DGA (Directeur-Grootaandeelhouder). Dit is (vaak) de oprichter en directeur van de BV. De DGA bezit per definitie meer dan 5% van de aandelen. De DGA heeft een salaris en de BV draagt ook daar de loonbelasting van af.

Het tarief van de Vennootschapsbelasting

De hoogte van de af te dragen VPB is eenvoudig te berekenen: Een BV betaalt 20% vennootschapsbelasting over de eerste € 200.000,- van de winst, en 25% over de rest. Leuker kunnen we het niet maken....

Het nieuwe kabinet verlaagt de Vennootschapsbelasting!

Nou, misschien kunnen ze het toch nog leuker maken! In de herfst van 2017 kwam in het nieuws dat de coalitiepartijen CDA, VVD, ChristenUnie en D66, die onderhandelen over het nieuwe kabinet, van plan zijn om de Vennootschapsbelasting te verlagen. Het lage tarief van 20% zou omlaag gaan naar 16% en het hogere tarief van 25% naar 21%. Dat is volgens de partijen nodig om Nederland aantrekkelijk te houden als vestigingsland voor bedrijven. Veel landen verlagen om die reden de winstbelasting voor bedrijven en Nederland gaat daar dus in mee.

Oktober 2018: de discussie over de dividendbelasting

En toen kwam de discussie over het D-woord, de dividendbelasting dus. Na heel veel politiek gekrakeel en maatschappelijke onrust heeft de regering bekendgemaakt dat de dividendbelasting toch niet zal worden afgeschaft. Het geld dat daarmee gemoeid is (de bekende 1.9 miljard euro) zal geheel worden ingezet voor lastenverlichting voor het bedrijfsleven. En dat is na het kamerdebat over de kwestie zo gebleven.

Hoe vindt de verdeling van de opnieuw gevonden middelen dan plaats? Het valt op dat in interviews en op heel veel (ook grote) nieuws sites er gesproken wordt over lastenverlichting die niet alleen voor grote bedrijven gaat gelden maar nu dus ook voor het MKB. En vervolgens worden er dan, gebaseerd op dit onderscheid, diverse percentages vpb genoemd. Kijk, daar heeft de start-up met grote plannen wat aan. Echter, wanneer het gaat over de vpb-tarieven wordt er in de praktijk helemaal geen onderscheid gemaakt tussen MKB en grote bedrijven. Wel is het zo dat er sprake is van een bepaalde drempel: daaronder is het percentage belasting lager en boven de drempel geldt een hoger vpb-tarief. In de praktijk vallen veel MKB-bedrijven natuurlijk onder het lagere tarief omdat hun winst over een bepaald boekjaar gewoon niet boven de drempel uitkomt. Maar in plaats van het technische verhaal over drempels is het natuurlijk simpeler om het over het MKB te hebben. En ook even scoren voor de doelgroep dus.

In de regel kondigt de regering op Prinsjesdag de nieuwe belastingtarieven voor het komende jaar aan. Echter, naar bevind van zaken kan het zo zijn dat een eerder aangekondigde aanpassing toch niet door gaat. De laatst bekende vpb-tarieven worden hieronder vermeld. Hoe gaat het worden?

vpb-tarieven in de komende jaren

Ieder jaar op Prinsjesdag kondigt de regering de nieuwe belastingtarieven aan voor het daaropvolgende jaar en meestal worden de tarieven wel iets aangepast. Hieronder staat een overzicht van de vpb-tarieven van de afgelopen jaren en die van 2023:

  • VPB 2020. Tot 200.000 Euro winst geldt een tarief van 16,5% en daarboven 25%
  • VPB 2021. Tot 245.000 Euro winst geldt een tarief van 15% en daarboven 25%
  • VPB 2022. Tot 395.000 Euro winst geldt een tarief van 15% en daarboven 25,8%
  • VPB 2023. Tot 200.000 Euro winst geldt een tarief van 19% en daarboven 25,8%
  • VPB 2024. Hetzelfde als in 2023: Tot 200.000 Euro winst geldt een tarief van 19% en daarboven 25,8%

Dat is dus een flinke verhoging van het VPB-tarief per 1 januari 2023! Per 1 januari 2022 werd alleen het toptarief iets verhoogd naar 25,8% maar nu, per 1 januari 2023, wordt de drempel voor het hoge tarief fors verlaagd van 395.000 Euro naar 200.000 Euro winst, terwijl in de jaren 2020 tot 2022 deze schijf van het laagste tarief juist flink was opgetrokken naar die 395.000 Euro. Daarnaast wordt ook nog eens het lage tarief verhoogd van 15% naar 19%. En deze laatste raakt ook alle kleine ondernemers in de portemonnee...... Zouden ze in Den Haag geld nodig hebben? De VPB blijft in 2024 hetzelfde als in 2023.

Omzetbelasting

Naast de VPB krijg je te maken met de omzetbelasting, ook wel bekend als de BTW. Als ondernemer ben je verplicht over de meeste producten en diensten BTW in rekening te brengen bij je klanten, dus de BTW komt nog bovenop je eigen verkoopprijs. Het normale (hoge) BTW tarief was jarenlang 19% maar sinds 1 oktober 2012 is dit 21% geworden. En per 1 januari 2019 is het lage BTW-tarief van 6% verhoogd naar 9%. Voor alle duidelijkheid: De BTW moet je dus innen van je klanten en vervolgens eens in de zoveel tijd afdragen aan de belastingdienst. Dat maakt je als ondernemer tevens een soort onbezoldigd belastingambtenaar. Lees hier verder over de Belastingdienst, BTW en BTW afdragen.

Dividendbelasting

Wanneer je BV winst maakt kan een deel van de winst die overblijft na het afdragen van de VPB worden uitgekeerd aan de aandeelhouders. Deze winstuitkering wordt dividend genoemd. Overigens is het natuurlijk niet verstandig om alle winst uit te keren aan de aandeelhouders want dan heeft de BV meteen geen reserves meer. Wanneer het tot een dividenduitkering komt moet, net als bij de loonbelasting, de BV hierover dividendbelasting inhouden en dit overmaken naar de belastingdienst. Het tarief voor de dividendbelasting bedraagt 15%. En deze belasting moet binnen een maand worden overgemaakt dus er moeten hiervoor nog wel voldoende middelen in de BV beschikbaar zijn. Wanneer het dividend wordt uitgekeerd aan Nederlandse particuliere aandeelhouders, dan kunnen zij de dividendbelasting verrekenen met hun inkomstenbelasting. Wanneer het gaat om een Nederlandse BV als aandeelhouder, dan kan de dividendbelasting door die BV worden verrekend met de vennootschapsbelasting. Maar als de winstuitkering naar buitenlandse aandeelhouders gaat kan er alleen verrekend worden wanneer Nederland een belastingverdrag heeft gesloten met het land van vestiging van de aandeelhouders.

Dividendbelasting afgeschaft in 2019? Oh nee, toch niet!

Nog even over de dividendbelasting. Nog voordat het regeerakkoord van oktober 2017 werd gepresenteerd was bekend geworden dat het nieuwe kabinet de dividendbelasting in 2019 ging afschaffen. Naast het schrappen van een hoop administratieve rompslomp is het de bedoeling dat Nederland daarmee aantrekkelijk is en blijft voor buitenlandse bedrijven om zich hier te vestigen. Verlaging van bedrijfsbelastingen is in veel landen een middel om aantrekkelijk te worden gevonden als vestigingsland voor buitenlandse ondernemingen. In dat licht moet ook de verlaging van de Vennootschapsbelasting worden gezien. Echter, na een stevige parlementaire en maatschappelijke discussie maakt premier Rutte dus op 15 oktober 2018 bekend dat de dividendbelasting toch niet wordt afgeschaft.........!

Zoals boven al gezegd wordt vaak aan de ene kant een procentpuntje gegeven en aan de andere kant een procentpuntje genomen (dat vertellen ze er overigens vaak niet bij in het ronkende persbericht). Want een dividenduitkering aan aandeelhouders werd in 2020 ook wat duurder. Dit wordt trouwens ook wel de aanmerkelijkbelangheffing genoemd. Sommigen hadden verwacht dat deze verhoging ook teruggedraaid zou worden maar dat is niet gebeurd. De dividenduitkering werd in het kader van de persoonlijke inkomstenbelasting per 1 januari 2020 in box 2 belast met 26,25% (was 25% in 2019). En deze wordt 26,9% in 2023. Het is de bedoeling om deze belasting de komende jaren ook te splitsen in een laag en hoog tarief. Al deze wijzigingen hebben soms tegenstrijdige effecten die ook weer heel erg afhangen van de persoonljke situatie. Het is echt specialistenwerk om alle veranderingen op dit gebied bij te houden en daarom is het verstandig om het meest geschikte moment voor een dividenduitkering door te spreken met je accountant.

Lokale belastingen

Als laatste kun je nog te maken krijgen met een aantal lokale belastingen zoals de onroerendezaak belasting (de OZB) en diverse milieuheffingen. Informeer er naar bij de gemeente waar je gevestigd bent.